Het ultieme blauwIn het prozagedicht Het ultieme blauw beschrijft Diet Verschoor haar vrijheid in geloven en de kracht van de verbeelding die ooit ontstond in de kerk van haar kinderjaren. Ze voert een voortdurend gesprek met zichzelf, haar broertje en een vrolijke maar niet altijd aanwezige God. Op een bijna sprookjesachtige manier trekt een leven voorbij met ouders en buitenstaanders, geliefden en kinderen, verdriet, vreugde en moed. Verschoor schreef een uniek en authentiek 'verhaal over liefde'.Citaat 1: Er is een vrolijke God,schreeuwde God,ZoekGeloven is verbeeldingGeloof en ongeloof zijn omhelzingenHet meisje spitste haar orenCitaat 2:Ik bouw een schommel voor U, Godop ieder huis waar ik ooit wonen zalbouw ik voor U een schommel,sprak het meisjeEn een ligstoel graag, zei God, ik vraag niet veel maar dat is onontbeerlijk